Feiten over het ondermijningsrapport

Inleiding

Op 18 december 2018 ondersteunde PIN het Comité Noordwijk Transparant (zie ook website Noordwijk Transparant) bij de discussie met de burgemeester (Rijpstra) over de feiten die in hun Transparant Krant werden gemeld. Zie ook de film waar de discussie met de burgemeester te volgen is.  Later bleek dat al voorafgaand aan de discussie met de leden van het Comité Noordwijk Transparant, de burgemeester op de hoogte was van het initiatief een rapport op te stellen over “ondermijning van de lokale democratie in Noordwijk”. Na een WOB verzoek daartoe is ook PIN gevraagd om kennis te nemen van dat rapport en een zienswijze in te dienen.  Het rapport is opgesteld door een oud gemeente ambtenaar, financieel controller, Ger Oostermeijer in nauwe samenwerking met de oud wethouders Hans Bakker, Gerben van Duin en Ton van Rijnberk. Andere betrokkenen waren Taetske Visser en Leon van Ast. Behalve Ton van Rijnberk en Gerd Oostermeijer waren alle betrokkenen verbonden aan de politieke partij PUUR.

In het rapport staan allerlei beschuldigingen die niet op feiten en/of op basis van hoor en wederhoor zijn gebaseerd. Met name “tegenstanders” van PUUR worden de maat genomen, terwijl dubieuze praktijken van het College PUUR c.s. onbesproken blijven, c.q. zorgvuldig worden vermeden! PIN heeft een zienswijze ondermijning PIN en Stol (2) ingediend en een WOB onderzoek ( wob ondermijningrapport ) naar de namen van degenen die kennis (kunnen) hebben genomen van het rapport, alsmede een aanvraag voor een kortgeding bij de kantonrechter tegen de Gemeente Noordwijk gedaan. De dagvaarding Noordwijk ondermijning is  door de deurwaarder op 11 mei 2021 aan de Gemeente uitgereikt. Het doel van het kortgeding is onder meer dat de Gemeente per direct afstand neemt van de inhoud van het rapport en erkent dat zij de regels van de AVG door het doen publiceren en verspreiden ervan heeft geschonden. De zittingsdatum werd vastgesteld op 1 juni 2021.

De gemeente Noordwijk heeft voldaan aan de eisen die werden gesteld in de dagvaarding. Zij stelde de volgende verklaring op met  betrekking tot het van Rapport “Ondermijning van de lokale democratie in de Gemeente Noordwijk”: Ondermijning Gemeente Noordwijk Verklaring 25 juni 2021 

Eind juni 2021 werd het Collectief opgericht dat een groep personen en organisaties, die in het ondermijningrapport geschoffeerd worden, in rechte vertegenwoordigt. Het Collectief heeft onder meer de rechter gevraagd huiszoeking te laten doen bij de auteur van het rapport en getuigenverhoren doen plaatsvinden. De getuigenverhoren vonden plaats voor de rechter commissaris. Onder ede werden gehoord: Oostermeijer (auteur van het rapport) en de volgende bij het ontstaan van het rapport betrokkenen: Bakker, van Duin en Visser (allen PUUR Noordijk) en van Rijnberk (ex D66) . Bovendien werd de voormalig Gemeente Secretaris Hoff gehoord.

De  huiszoeking bij de auteur van het rapport Gert Oostermeijer

Op last van de rechter commissaris werd op 7 december 2021 (zie  531470 KL RK 21-332 grosse (1) ) de pc van de auteur van het rapport zeker gesteld en de inhoud ervan, voor zover betrekking hebbend op het ondermijningsrapport, openbaar gemaakt. In de bestanden werden diverse versies van het ondermijiningsrapport alsmede correspondentie aangetroffen tussen de auteur van het rapport en Bakker, van Duin, van Rijnberk, Visser, en van Ast. Rijpstra kwam pas bij de laatste versie als geadresseerde voor. Er is geen logboek aangetroffen met afspraken of notities van interviews. De verschillende concepten werden aangevuld door met name van Rijnberk en Bakker.

WOB verzoeken

PIN Noordwijk en het Collectief hebben WOB verzoeken ingediend bij de Gemeente ten einde inzicht te krijgen in alle documenten en correspondentie met betrekking tot het ontstaan en gebruik van het ondermijningsrapport.

De getuigenverhoren

Op last van de rechter commissaris werden de volgende personen gelast te verschijnen voor een getuigenverhoor in het kader van het onderzoek naar het ontstaan van het ondermijningsrapport: Ger Oostermeijer (voormalig financial controller van de Gemeente Noordwijk, auteur van het rapport), Hans Bakker (ex-wethouder PUUR) , Gerben van Duin (ex wethouder van PUUR), Ton van Rijnberk (ex-wethouder van D66) en Taetske Visser (voorzitter van PUUR Noordwijk). Daarnaast is Carsten Hoff, voormalig gemeentesecretaris, gehoord. De resultaten van de verhoren zijn weergegeven in de verslagen ervan: 2021-12-13 Proces-verbaal RB Den Haag voorlopig getuigenverhoor en 2022-02-14 Proces-verbaal van getuigenverhoor.

De gebleken feiten

De documenten die verkregen zijn via WOB verzoeken, beslag op de bestanden van de auteur van het rapport en de getuigenverklaringen liggen ten grondslag aan de volgende weergave van de gebleken feiten.

Het beschikbare materiaal is onderverdeeld in 4 categorieën:

1.      Communicatie over het ontstaan van het document van 25 november 2018 tot 21 december 2018

Na de publicatie van de Transparantkrant op 20 november 2018, is er druk e-mailverkeer binnen de gemeente geweest. De belangrijkste participanten hierin waren: Bakker, van Heemst, juriste Gemeente, Rijpstra en van Duin. Dit e-mail verkeer betrof uitsluitend de reactie van de Gemeente op de communicatie met het Comité Noordwijk Transparant en de inhoud van de Transparantkrant. Opmerkelijk is de inspanning van Bakker c.s. om het comité en PIN te betrappen op onjuiste handelingen. Hierbij werd ook het  Gemeentelijk advocatenkantoor betrokken. Een ander opmerkelijk feit is de toenadering van de journalist Olsthoorn om de Gemeente (de burgemeester) actief te betrekken in een door hem te schrijven artikel in de NRC. De discussie en informatie-uitwisseling over de voorbereiding van de bijeenkomst met het comité Noordwijk Transparant, die plaatsvond op 18 december 2018, stond los van de voorbereiding op het ondermijningsdocument.

De  conclusies, na analyse van de inhoud van de documenten en berichten met betrekking tot de totstandkoming van het ondermijningsrapport, zijn  de volgende. De trigger lijkt het conceptartikel van Olsthoorn van 5 december 2018. Het initiatief voor het ontstaan van het document, ligt vanaf 5 december 2018 bij de twee toenmalige wethouders van PUUR, de heren Bakker en van Duin. Hierbij speelde Bakker een voortrekkersrol. Zij deden dit in samenspraak met oud wethouder van Rijnberk en de auteur van het document de heer Oostermeijer. Mevr. Visser (fractievoorzitter van PUUR) is vanaf het begin op de hoogte van de ontwikkelingen. De acties van de voornoemde wethouders werd bij het tot stand komen van de brief van de burgemeester (van 10 december 2018) ondersteund en “aangestuurd” door voormalig wethouder van PUUR (van Ast).

Overzicht geraadpleegde documenten: ontstaan van het document van 5 december 2018 tot 21 december 2018

2.      Communicatie over ontstaan van het document van 21 december 2018 t/m 26 april 2021

Uit de documenten en berichten vanaf 21 december 2018 tot april 2021 blijkt het volgende. Oud burgemeester Rijpstra heeft het document doorgestuurd naar zijn opvolger, zonder verdere toelichting. Hij stuurde het document tevens naar het RIEC. Met name oud wethouders van PUUR, Bakker en van Duin, deden pogingen om met het RIEC in gesprek te gaan over het document. Toen dat niet rechtstreeks lukte probeerden zij dit via Hoff (Gemeentesecretaris). Dit leidde tot diverse gesprekken, onder meer over interpretatie van het begrip ondermijning. Bakker en van Duin werden er diverse keren op gewezen dat hetgeen zij via het ondermijiningsrapport naar voren brachten niets met ondermijning te maken had. Tevens blijkt dat betrokkenen (Rijpstra, Hof en Bakker) van mening zijn dat de burgemeester geen opdrachtgever was voor het opstellen van het document. Op 26-04-2021 stuurt van Ast (oud wethouder PUUR) een e-mail aan Visser en Bakker en van Duin een bericht waarin hij “een bestuurlijke weg” voorstelt, inhoudende dat de burgemeester de opdrachtgever was voor het opstellen van het document.

Overzicht geraadpleegde documenten: communicatie over ontstaan van het document vanaf 21 december 2018 tot april 2021 vs 3

3.      Communicatie over ontstaan en de status van het document van 26 april 2021 tot heden

Vanaf 26 april 2021 worden de verklaringen, blijkbaar het advies van van Ast (zie vorige alinea) volgend, anders. De burgemeester, van Duin en Bakker stellen nu dat de burgemeester opdrachtgever was en dat het document was bedoeld voor de burgemeester en intern beraad. Tijdens de getuigenverhoren wordt dit bevestigd door Visser (op basis van de brief van 10 december 2018 van de burgemeester), van Duin, Bakker en van Rijnberk. Dit verhaal wordt ook tijdens zijn getuigenverhoor bevestigd door Oostermeijer, de auteur vaan het rapport. Op detailvragen wijken de verklaringen van de getuigen van elkaar af. De (oud) gemeentesecretaris Hof blijft op het standpunt staan dat de burgemeester geen opdrachtgever was, en beroept zich op eerdere communicatie hierover en eigen waarneming. Overall conclusie: er is een strategie afgesproken om het document een bestuurlijke status te geven, na de e-mail van van Ast van 26 april 2021.

De getuigenverklaringen van Oostermeijer, van Rijnberk, Bakker, van Duin en Visser worden weersproken door de feiten genoemd in de bovenstaande paragrafen 1 en 2.  Bovendien is de getailleerde getuigenverklaring van oud Gemeentesecretaris Hoff volledig in lijn met het in paragraaf en 2 geconstateerde.

Overzicht geraadpleegde documenten: communicatie over ontstaan van het document vanaf april 2021 tot heden

4.      Communicatie over de verspreiding van het document vanaf 21 december 2018 tot juni 2021

Het document heeft de personen die in het rapport van ondermijning worden beschuldigd in diskrediet gebracht. Dit is nog versterkt doordat PUUR en haar voormalige bestuurders, na de publicatie van het ondermijningsrapport blijven beweren dat er sprake is van een bestuurlijk document. Dit is nog steeds gaande in de politieke en publieke arena.

Ook heeft het document direct en indirect een belangrijke rol gespeeld bij de besluitvorming over de plannen rond de bebouwing van Bronsgeest. Hierbij hebben van Rijnberk en PUUR (Visser, Bakker van Duin) een prominente rol gespeeld. Er is in dit dossier misbruik gemaakt van de politieke positie die betrokkenen bekle(ed)den om de stemming in Provinciale Staten Zuid Holland te beïnvloeden.

Overzicht geraadpleegde documenten: communicatie over verspreiding van het document vanaf 21 december 2018 tot juli 2021

5.      Conclusie

De feiten overziende is de conclusie dat de politieke vereniging PUUR een prominente rol heeft gespeeld in de volgende zaken, ten einde hun niet welgevallig gezinde personen, organisatie en ondernemers te schaden:

  • Het doen ontstaan van het ondermijningsrapport.
  • Het zodanig orkestreren van de getuigenverhoren, dat een verkeerd beeld ontstond van de status van het ondermijiningsrapport.
  • Het samenspannen met een journalist met tot doel onjuiste informatie te verspreiden.
  • Het voorkomen van transparantie in diverse dossiers, die opzettelijk onder de pet worden gehouden.
  • Het, georganiseerd, plegen van meineed tijdens de getuigenverhoren.
  • Het plegen van valsheid in geschrifte.
De rol van burgemeester Jan Rijpstra

Rijpstra verklaarde, op verzoek van de betrokken oud wethouders en de auteur, dat hij opdrachtgever was geweest voor het rapport. Uit zijn verklaring blijkt dat hij het niet zo nauw neemt met zijn eigen verklaringen en met de feiten. Hieronder de verklaring van Rijpstra met commentaar. Dit commentaar is gebaseerd op feiten die blijken uit documenten en verklaringen onder ede gedaan voor de rechter commissaris.

Samenvatting van de analyse van de verklaring van Rijpstra

Een nadere analyse van de stellingen van Rijpstra over integriteitsschendingen en bestemmingsplan Zeewaardig laat zien dat zijn beweringen onjuist of incompleet zijn en niet ter zake doende. Deze beweringen hebben niets met het (ontstaan van het) ondermijningsrapport te maken. Sterker nog deze onderschrijven de twijfelachtige rol van PUUR.

Rijpstra legt de relatie tussen zijn “integriteitsonderzoek”, de transparantkrant en zijn vermeende opdrachtverstrekking voor een onderzoek naar ondermijning. Het integriteitsonderzoek was voorafgaand aan het verschijnen van de transparantkrant geïnitieerd. Deze ging over het intern handelen door ambtenaren en wethouders binnen de Gemeente. De Transparantkrant gaf aanleiding tot boze reactie van de kant van Rijpstra en zelfs tot het, door hem, schofferen van betrokken bewoners, doch niet tot het ontstaan van een opdracht om een ondermijningsonderzoek te doen.

Het blijkt dat, tot halverwege 2021, Rijpstra op diverse momenten expliciet verklaarde geen opdracht te hebben gegeven voor het opstellen van het “ondermijningsrapport”. Hij verklaart tegen verschillende personen dat het rapport hem is “aangedragen”. Het door hem in zijn verklaring gestelde dat hij opdrachtgever is, is onjuist.

Er zijn geen notities boven water gekomen waaruit blijkt dat persoonlijke ervaringen van oud wethouders aan de basis hebben gestaan van het ondermijningsrapport. Ook blijkt nergens uit de diverse versies van het rapport welke oud wethouders dit waren en onder welke condities, bijvoorbeeld geheimhouding, deze hun input hebben geleverd. De later  uitgesproken intentie van Rijpstra om dit ondermijningsrapport te gebruiken om de integriteitsvraagstukken zichtbaar te maken, is niet verifieerbaar. Wel is gebleken dat teksten aangeleverd door wethouders van PUUR en ex wethouder van D66 in het rapport zijn verwerkt.

Nergens blijkt dat Rijpstra concrete stappen heeft ondernomen naar aanleiding van de inhoud van het ondermijiningsrapport, zoals hij beweert. Er wordt door Rijpstra geen relatie gelegd tussen integriteitsvraagstukken en zijn rol bij het ontstaan van het ondermijningsrapport.

De eindconclusie is dat de verklaring van Rijpstra geen stand houdt, gegeven de feiten die zich, voorafgaand aan zijn verklaring van 13 december 2022, hebben voorgedaan.

Voor de volledige tekst zie: verklaring Rijpstra in perspectief concept def